Diagnose

De diagnose van diabetes kan gesteld worden aan de hand van te hoge waarden van suiker in het bloed. Hierbij spreekt men van hyperglycemie. Bij nuchtere patiënten moet de glycemie lager zijn dan 126mg/dl. Bij niet-nuchtere patiënten wordt deze waarde gesteld op minder dan 200mg/dl. Een nuchtere patiënt, is een patiënt die gedurende acht uur niet gegeten heeft. (Klav, n.d.).
 
Bij een vermoeden van diabetes kan je best eerst de huisarts raadplegen. De huisarts zal een bloedname doen wanneer je nuchter bent. Als er sprake is van een hyperglycemie bij twee bloedmetingen, dan kan men spreken van diabetes.
 
Men kan ook gebruik maken van de glucosetolerantietest. De arts zal het suikergehalte meten van de nuchtere patiënt. Vervolgens drinkt hij een oplossing met 75gram glucose. Na het drinken van deze oplossing worden de waarden van het bloed op bepaalde tijdstippen gemeten. Aan de hand van de waarden die uit dit onderzoek komen, kan men een diagnose stellen.
 
Het bloed kan gecontroleerd worden op HbA1c waarden. Dit zijn hemoglobinen die aan glucose gehecht zijn. Hoe meer glucose hieraan gehecht, hoe hoger de waarde van het HbA1c is. Hiermee kan men niet de diagnose vaststellen, maar het kan wel gebruikt worden om het verloop van diabetes op te volgen.
 
Denkt u van uzelf dat u een risicopatiënt bent? Doe de test onder het tabblad 'Doe de test!'

© 2016 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode